WEBSITE NOT LOADED CORRECTLY

PLEASE NOTE: If you see this text, it means that certain resources could not be loaded and the website is not displayed correctly. This can happen when browsing on Apple devices (iPhone, iPad etc.) due to a bug in their software. Try the refresh button to reload this website, or use a different device not running Apple's iOS. Stop using Apple products.
Type what you’re looking for and press Enter.
Photo by Jonatan Pie

Het Universeel Recht op Leven

We kunnen speculeren over de oorsprong, de betekenis en het doel van het leven, maar wat we wel zeker weten is dat wij allen de kans hebben gekregen om op dit moment het leven te ervaren. En met ons, alle flora en fauna op onze planeet, van het microscopische tot het macroscopische — allemaal levende organismen, net als ons. Net als Carl Sagan kunnen we zelfs zo ver gaan door te zeggen dat onze planeet Aarde als geheel ook als een levende organisme kan worden beschouwd. 1 En vanwege het fractale karakter van onze werkelijkheid kunnen we deze redenering doortrekken naar het hele Universum, zodat we met vertrouwen kunnen stellen dat ons Universum een levende organisme is.

We weten niet, of kunnen althans niet met zekerheid zeggen, wie of welke entiteit buiten ons Universum verantwoordelijk is voor het bestaan van leven, maar wat we wel weten is dat geen enkele organisme in leven zou zijn als het Universum niet bestond of niet de omstandigheden verschafte waaronder hun leven mogelijk is. Daarom kunnen we op zijn minst met vertrouwen stellen dat al het leven is toegestaan en mogelijk wordt gemaakt door het Universum. Dit op een manier die vergelijkbaar is met hoe, op kleinere schaal binnen ons fractale Universum, ons eigen lichaam leven schenkt aan elke nieuwe cel die elke dag wordt aangemaakt. Ons lichaam is voor zo’n individuele cel als het Universum is voor een individuele organisme.

Op voorwaarde dat individuele cellen in ons lichaam zich gedragen in overeenstemming met het doel van ons lichaam om gezond en in leven te blijven, mogen die cellen gedijen en hun leven leiden. In feite heeft ons lichaam alle reden om deze cellen actief te helpen gedijen. Cellen die zich echter misdragen, beginnen een bedreiging te vormen voor het algemene welzijn van ons lichaam (‘ziekte’) en kunnen er uiteindelijk toe leiden dat ons lichaam sterft. Wij weten uit ervaring hoe ons lichaam reageert op dergelijke bedreigingen van binnenuit en het zou redelijk zijn om aan te nemen, gezien de fractale en zelfgelijkvormige aard van ons Universum, dat op een hoger niveau eenzelfde soort relatie bestaat tussen ons en ons Universum. Als wij ons misdragen, zal het Universum uiteindelijk met ons moeten afrekenen, of anders, gegeven genoeg tijd, het risico lopen op volledige corruptie en de dood. 2 Als wij daarentegen ons leven leiden in overeenstemming met het Universeel Recht op Leven, zal het Universum alles doen wat in zijn vermogen ligt om ons te helpen slagen. 3 Zo zien we dat het Universum niet alleen leven geeft, maar het ook kan wegnemen als het op een tegenstrijdige manier wordt gebruikt, dat wil zeggen, tegen zichzelf. 4

Iedere organisme heeft recht op zijn leven, dat door het Universum is gegeven en mogelijk is gemaakt. Louter het feit dat een organisme leeft, is voldoende bewijs voor het feit dat het organisme het recht op leven heeft gekregen, en bijgevolg het recht om zijn leven daadwerkelijk te leven. Het hebben van het recht op leven zou zinloos zijn als het organisme niet ook de mogelijkheid en de vrijheid zou hebben om zijn leven daadwerkelijk te leven. En de vrijheid hebben om zijn leven te leven impliceert automatisch de volledige controle over zichzelf — over alles wat het organisme in deze werkelijkheid vormt, wat, voor zover wij weten, zijn fysieke en spirituele zelf omvat (zijn lichaam en geest/bewustzijn). Zonder volledige autonomie zou het voor een organisme inderdaad heel moeilijk zijn om vrij te zijn om zijn leven te leiden, en dus om zelfbeschikking te hebben. Bovendien impliceert volledige controle over zichzelf verder eigendom van zichzelf; het organisme is de enige eigenaar en autoriteit van alles waaruit het bestaat, voor zover bekend in deze werkelijkheid.

Dit betekent dat geen enkel organisme aanspraak kan maken op het recht op leven van een ander dan zichzelf. Wanneer het aan komt op het recht op leven, worden alle organismen in het Universum gereduceerd tot peers — tot gelijken onder elkaar, waarbij elk een soevereine entiteit is. Dit is de enige manier waarop we werkelijk gelijkheid tussen organismen kunnen hebben; ze hebben allen een gelijke recht op leven, toegekend door het Universum. Al het andere in het Universum volgt uit dit fundamentele recht op leven. 5

Om zijn recht op leven te kunnen uitoefenen moet het organisme zichzelf zo lang mogelijk in leven houden; het moet streven naar zelfbehoud. Dat betekent dat het organisme ervoor moet zorgen dat het in zijn basisbehoeften voorziet, zodat het zijn leven veilig kan voortzetten. Het organisme zal een deel van zijn bestaansmiddelen, zoals energie en tijd, 6 moeten besteden aan het bevredigen van zijn basisbehoeften om te kunnen overleven. Hiertoe wordt alles wat het organisme zich uit zijn omgeving toe-eigent en wat vrij beschikbaar is, door er een deel van zijn eigen middelen aan te binden, een deel van het organisme, of met andere woorden, wordt het eigendom van het organisme. 7 Het organisme is vrij om te beslissen wat het met zijn eigendom wil doen. Elke aantasting van deze beslissingsvrijheid is in de finale analyse een aantasting van het recht op leven van het organisme. 8

Door in overeenstemming met het bovenstaande te leven, zijn alle organismen in het Universum uit zichzelf in staat om tot een goed gevoel voor moraliteit te komen, dat automatisch voortvloeit uit het Universeel Recht op Leven. Uiteindelijk is een universeel gevoel voor moraliteit gebaseerd op het volgende statement: Respecteer elkaars recht op leven. 9 Goede bedoelingen, beslissingen en handelingen (deugd) zijn die welke het recht op leven van elke organisme respecteren. Slechte of kwade bedoelingen, beslissingen en handelingen (ondeugd) zijn die welke op enigerlei wijze inbreuk maken op het recht op leven van een organisme.

Ik heb de bovenstaande uiteenzetting over het Universeel Recht op Leven met opzet in algemene termen gehouden, omdat het per slot van rekening een Universeel concept is dat van toepassing is op verschillende niveaus (micro en macro) en op alle gebieden van het leven. In de kern is het Universeel Recht op Leven een heel eenvoudig concept, maar het heeft zeer brede en verreikende implicaties als je er eenmaal over begint na te denken. In de voetnoten hieronder ga ik wat meer in detail en geef ik specifieke voorbeelden die je kunnen helpen om dit een beetje beter te begrijpen. Maar als je een meer gedetailleerde uiteenzetting wilt met veel meer voorbeelden van wat “iemands recht op leven respecteren” in het normale dagelijkse leven kan inhouden, adviseer ik je mijn artikelen “The Difference between Love and Lust”“On Human Nature and Morality: Humans are Intrinsically Good” en “Persuasion, Influencing and Selling are Mind Manipulation” te lezen.

Footnotes

  1. Zoals Carl Sagan zei in ‘Cosmos’ aflevering 13 “Who Speaks for Earth?” (1980):

    Er ontwikkelt zich een nieuw bewustzijn dat de Aarde ziet als één organisme en erkent dat een organisme dat in oorlog is met zichzelf, gedoemd is te verdwijnen. Wij zijn één planeet.

    ↩︎

  2. Als misdragende cellen in ons lichaam ongehinderd hun gang kunnen gaan, dan kan dat na verloop van tijd leiden tot verdere achteruitgang van ons lichaam en uiteindelijk tot de dood (denk aan kanker). Op een hoger niveau geldt hetzelfde voor het Universum in relatie tot de mensheid. Zoals ik schreef in mijn artikel “Thoughts on Karma and Consciousness”:

    Op dit moment zijn we als een stel barbaren, die onze omgeving vernietigen, voortdurend met elkaar vechten en elkaar op grote schaal doden, en we zijn net begonnen met het spelen met krachtige kernwapens en beginnen de ruimte in te gaan. Als de kwaliteit van ons bewustzijn niet verbetert, dan is onze huidige lage kwaliteit en barbaarse staat van bewustzijn wat we binnenkort gaan verspreiden door het Universum in een exponentieel tempo.

    Dus in zekere zin gedragen de buitenaardsen zich als een soort immuunsysteem dat probeert de schade te beperken voordat de schade zich als een ziekte te ver in het Universum verspreidt (het Universum kan worden gezien als één organisme). Het is interessant op te merken dat in de eerste Matrix-film het personage “agent Smith” de mensheid vergeleek met een virus. En om eerlijk te zijn had hij een punt, en het zou me niets verbazen als de buitenaardse wezens ons op dit moment ook zo zien.

    ↩︎

  3. Zoals Christopher Jargodzki, Emeritus Hoogleraar Natuurkunde aan de Universiteit van Central Missouri, zei in “Changing views of Synchronicity” (2010):

    De mate waarin men in harmonie is met het Universum kan worden gemeten door een intensievere stroom van synchroniciteit. Synchroniciteit kan een nieuwe basis vormen voor ethiek: in plaats van handelingen te classificeren als goed of fout, zal het nieuwe criterium de mate zijn waarin ze passend zijn voor de ontwikkeling, zoals gemeten door een verhoogde of verlaagde stroom van synchroniciteit.

    In harmonie zijn met het Universum is in harmonie zijn met het Universeel Recht op Leven, wat betekent respect hebben voor en leven volgens het Universeel Recht op Leven. Zolang je dat doet, zal, zoals Paulo Coelho zei, “wanneer je iets wilt, het Universum in zijn geheel samen spannen om je te helpen het te bereiken.” ↩︎

  4. Het zou geen zin hebben als het leven zich tegen zichzelf zou keren. In zo’n geval zouden we, in de woorden van Carl Sagan, een organisme hebben dat voortdurend in oorlog is met zichzelf — een zeer moeilijke, onhoudbare en hoogst onlogische situatie die, in het beste geval, vooruitgang en groei ernstig zou beperken of volledig tot stilstand zou brengen, en in het slechtste geval, achteruitgang en de dood zou veroorzaken.

    Als algemene regel geldt dat wanneer je ergens een inconsistentie of tegenstrijdigheid ziet, dit een duidelijk teken is dat er iets niet klopt en niet is zoals het hoort te zijn. Het Universum is fundamenteel rationeel of logisch. Zoals ik schreef in mijn artikel “Convincing C programmers to switch to C++; A look at human thinking behavior”:

    Dit is de reden waarom alles in het Universum werkt volgens bepaalde voorspelbare ‘wetten’ — de zogenaamde ‘natuurwetten.’ Dit is ook de reden waarom “wiskunde de taal van het Universum is,” zoals het gezegde luidt. Dit is waarom wetenschap werkt; het is omdat er een fundamentele logica is — een fundamentele wiskundige waarheid — die ten grondslag ligt aan het hele Universum.

    En zoals Wilhelm Reich schreef in “Selected Writings: An Introduction to Orgonomy” (1973):

    Om ‘onbewust’ te vereenzelvigen met ‘irrationeel’ is onzin. […] als alle functies beneden het bewuste intellect ‘irrationeel’ zijn, hoe is het dan mogelijk dat het leven goed functioneerde, lang vóór de ontwikkeling van de rede? Er kan geen twijfel over bestaan: natuurlijke, objectieve functies zijn in beginsel rationeel.

    ↩︎

  5. Het Universeel Recht op Leven is vergelijkbaar met, maar een algemenere versie van, wat anderen vaak “Natural Law” of de “Wet van de Natuur” noemen. Bijvoorbeeld, zoals John Locke schreef in “Two Treatises of Government” (1690):

    De natuurlijke vrijheid van de mens is om vrij te zijn van enige superieure macht op Aarde, en niet onder het gezag van de mens te staan, maar alleen de Wet van de Natuur als leidraad te hebben.

    Wat ik zou willen veranderen in: “De natuurlijke vrijheid van een organisme is om vrij te zijn van enige superieure macht in het Universum, en niet onder het gezag van enig ander organisme te staan, maar alleen het Universeel Recht op Leven als zijn leidraad en moreel kompas te hebben.”

    En zoals Thomas Jefferson schreef in “A Summary View of the Rights of British America” (1774):

    Een vrij volk [claimt] zijn rechten zoals afgeleid van de wetten van de natuur, en niet als geschenk van hun opperste magistraat.

    Wat ik zou veranderen in: “Een vrij organisme claimt zijn rechten zoals afgeleid van het Universeel Recht op Leven, en niet als geschenk van enig ander organisme.”

    En zoals Muammar al-Qaddafi schreef in “The Green Book” (1975):

    De wetten van de dictatoriale regeringsinstrumenten hebben de natuurwetten vervangen, d.w.z. het positieve recht heeft het natuurrecht vervangen. […] De afschaffing van de natuurwetten uit de menselijke samenlevingen en hun vervanging door conventionele wetten is het fundamentele gevaar dat de vrijheid bedreigt. Elk rechtssysteem moet ondergeschikt worden gemaakt aan de natuurwetten, niet andersom.

    Wat ik zou willen veranderen in: “Elk rechtssysteem moet ondergeschikt worden gemaakt aan het Universeel Recht op Leven, niet andersom.”

    ↩︎

  6. Het is voor de meeste mensen misschien niet vanzelfsprekend, maar tijd kan ook worden gezien als een bestaansmiddel en bezit. In feite is tijd voor een enkele organisme een beperkte en aantoonbaar een van de meest waardevolle bestaansmiddelen. Elke organisme heeft een beperkte hoeveelheid tijd om zijn leven in deze werkelijkheid door te brengen. Wanneer zij hun tijd aan iets besteden, besteden zij een deel van hun leven dat zij nooit meer terug kunnen krijgen. Wanneer zij bijvoorbeeld tijd besteden aan het produceren van iets, binden zij een deel van hun tijd aan het product, waardoor het hun eigendom wordt. In een ander voorbeeld is dit de reden waarom het belangrijk is zeer respectvol om te gaan met de tijd van mensen:

    Het respecteren van iemands recht op leven betekent ook het waarderen van hun tijd. We hebben allemaal een beperkte hoeveelheid tijd om ons leven te leiden. Wanneer iemand besluit tijd met je door te brengen, geeft diegene je een deel van hun leven dat ze nooit meer terug kunnen krijgen. Dus als je hun recht op leven respecteert, zul je heel voorzichtig zijn om hun tijd niet te verspillen (wat in essentie het verspillen van hun leven is). Dit vertaalt zich naar dingen zoals op tijd komen op je afspraken, eerlijk, direct en oprecht zijn tegen mensen om hun tijd efficiënt te gebruiken, enz.

    ↩︎

  7. John Locke schreef hier ook over in “Two Treatises of Government” (1690). Wat Locke ‘arbeid’ of ‘werk’ noemde, is in essentie het besteden van energie en tijd door een organisme (in dit geval een mens):

    […] ieder mens heeft een eigendom in zijn eigen persoon. Niemand anders dan hijzelf heeft daar enig recht op. We kunnen zeggen dat de arbeid van zijn lichaam en het werk van zijn handen hem toekomt. Wat hij dan ook weghaalt uit de staat waarin de natuur het heeft achtergelaten, daarmee heeft hij zijn arbeid vermengd en er iets aan toegevoegd dat van hem is, en daardoor heeft hij het tot zijn eigendom gemaakt. Omdat het door hem is verwijderd uit de gemeenschappelijke staat waarin de natuur het heeft geplaatst, is er door zijn arbeid iets aan toegevoegd, dat het gemeenschappelijke recht van andere mensen uitsluit. Omdat deze arbeid het onbetwistbare eigendom van de arbeider is, kan niemand anders dan hij recht hebben op datgene waar het eenmaal aan verbonden is, tenminste voor zover er genoeg en even goed gemeenschappelijk overblijft voor anderen.

    Hij die gevoed wordt door de eikels die hij raapt onder een eik, of de appels die hij plukt van de bomen in het bos, heeft ze zich ongetwijfeld toegeëigend. Niemand kan ontkennen dat het voedsel van hem is. Ik vraag dan, wanneer zijn ze van hem geworden? Toen hij verteerde? Of toen hij at? Of toen hij kookte? Of toen hij ze naar huis bracht? Of toen hij ze opraapte?

    Let vooral op het feit dat Locke ook vermeldt dat [het organisme] zich dingen uit zijn omgeving mag toe-eigenen voor zichzelf, zolang “er genoeg is, en even goed gemeenschappelijk overblijft voor anderen.” Dit betekent dat een organisme geen onbeperkte hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen voor zichzelf mag oppotten, maar slechts zoveel mag nemen als nodig is om zijn eigen voortbestaan te garanderen. Het oppotten van te veel natuurlijke hulpbronnen interfereert met het recht op leven van andere organismen. Ik heb dit met een voorbeeld uitgelegd in mijn artikel “On Human Nature and Morality: Humans are Intrinsically Good”:

    […] wanneer je het recht op leven van een individu respecteert, houdt dit automatisch in dat je zijn basisbehoeften als mens erkent en respecteert […]. Mensen zouden stoppen met het oppotten van hulpbronnen (zoals geld, land en voedsel) omdat ze zich zouden realiseren dat ze op die manier anderen de bevrediging van hun basisbehoeften ontzeggen, en zo interfereren met hun recht op leven.

    Een ander voorbeeld is dat alle ‘landen’ over de hele wereld grote lappen grond claimen, waarbij van mensen wordt geëist dat zij zich onderwerpen als slaven om ‘legaal’ een stuk grond te mogen hebben om er hun huizen op te bouwen — een ernstige schending van hun recht op leven. Zoals Larken Rose stelt in zijn boek “The Most Dangerous Superstition” (2011):

    Elk ‘land’ is een enorme slavenplantage, en alles en iedereen daar is het eigendom van de politici. De aanhangers van de ‘regering’ leggen nooit uit hoe het mogelijk is dat een paar politici het recht hebben verworven om eenzijdig het exclusieve eigendom op te eisen van duizenden vierkante kilometers land, waar er al andere mensen woonden, als hun territorium, om naar eigen goeddunken te heersen en uit te buiten. Het zou niet anders zijn dan wanneer een gek zou zeggen: “Hierbij verklaar ik Noord-Amerika tot mijn rechtmatig domein, dus iedereen die hier woont moet doen wat ik zeg, en als het je niet bevalt, kun je vertrekken.”

    ↩︎

  8. Hier is wat Frank Chodorov over dit onderwerp te zeggen had in zijn boek “The Income Tax: Root of all Evil” (1954):

    De mens is de basis eenheid van alle sociale instellingen; zonder een mens kan er geen menigte zijn. Daarom zijn we gedwongen naar het individu te kijken om een axioma te vinden waarop we een niet-socialistische morele code kunnen bouwen. Wat vertelt hij ons over zichzelf?

    In de eerste plaats vertelt hij ons dat hij het allerbelangrijkste vindt om te leven. Hij vertelt ons dit al wanneer hij voor het eerst op deze wereld komt en een kreet slaakt. Vanwege dat oerverlangen, zegt hij, heeft hij het recht om te leven.

    Niemand anders kan aanspraak maken op zijn leven, en daarom beroept hij zich op een autoriteit die alle mensen overstijgt, op God. Die titel is zinvol.

    Wanneer het individu zegt dat hij een geldige aanspraak op het leven heeft, bedoelt hij dat alles wat hij is, van hem is: zijn lichaam, zijn geest, zijn vermogens. Misschien is er nog iets anders in het leven, zoals een ziel, maar zonder zich op dat gebied te begeven, is hij bereid genoegen te nemen met wat hij over zichzelf weet — zijn bewustzijn. Alles wat ‘ik’ is, is “van mij.” Dat impliceert natuurlijk dat alles wat ‘jij’ is “van jou” is — want elke ‘jij’ is een ‘ik.’ Rechten werken twee kanten op.

    Maar hoewel de wil om te leven het individu een titel op het leven geeft, is het een lege titel tenzij hij de dingen kan verwerven die het leven leefbaar maken, te beginnen met voedsel, kleding en onderdak. Deze dingen komen niet naar je toe omdat je ze wilt hebben; ze komen als het resultaat van het verrichten van arbeid met ruwe materialen. Je moet iets van jezelf geven — je spierkracht of je hersenen — om de noodzakelijke dingen beschikbaar te maken. Zelfs wilde bessen moeten geplukt worden voor ze gegeten kunnen worden. Maar de energie die je gebruikt om de noodzakelijke dingen te maken, maakt deel uit van jezelf; jij bent het. Daarom, wanneer je deze dingen voortbrengt, wordt jouw recht op jezelf, jouw arbeid, uitgebreid naar die dingen. Je hebt er recht op, eenvoudigweg omdat je recht hebt op leven.

    Dat is de morele basis van het eigendomsrecht. “Ik bezit het omdat ik het gemaakt heb” is een aanspraak die zichzelf bewijst. […] je eigendom geeft je het recht om naar eigen inzicht te bepalen wat je met het product van je arbeid zult doen — het consumeren, weggeven, verkopen, bewaren. De vrijheid om erover te beschikken is de kern van het eigendomsrecht. Inbreuk op deze vrijheid van beschikking is, in de finale analyse, inbreuk op je recht op leven.

    ↩︎

  9. Ik ben er zeker van dat de meeste mensen er snel op zullen wijzen dat dit niet de manier is waarop de natuur op dit moment op de planeet Aarde werkt. In feite zien we dat organismen voortdurend interfereren in elkaars recht op leven, en in extreme gevallen zelfs zo ver gaan dat ze elkaar doden. Leven lijkt inderdaad te leven van het doden van ander leven — een zeer tegenstrijdige situatie. En de mens heeft dit tot het meest extreme niveau gebracht: doden als vorm van recreatie, massamoord op zijn eigen soort, en massale ontbossing om zijn huizen te bouwen met karkassen van dode bomen, terwijl hij de oude beschavingen die in plaats daarvan hun huizen met steen bouwden ‘primitief’ noemt.

    Zoals Carl Sagan zei, lijkt de planeet Aarde inderdaad op een organisme dat in oorlog is met zichzelf. Het is een zieke planeet. Dus hoe kunnen we deze zeer corrupte stand van zaken verklaren?

    Al het bewijs dat we op dit moment hebben wijst erop dat het leven op de planeet Aarde in het verleden extreme trauma’s heeft opgelopen die hebben geleid tot de huidige staat van de natuur. Zoals ik al zei in de voetnoten van mijn artikel “Sexual Suppression and Repression I: Definition and Origin,” werd de natuur op deze planeet opzettelijk gecorrumpeerd om nog meer verdeeldheid en tegenspoed onder de mensen te creëren. Bedenk dat Adam en Eva volgens de bijbel in harmonie samenleefden met alle dieren op Aarde, tot het moment dat ‘god’ besloot om hen te ‘straffen,’ waarna bijna alles op Aarde zich tegen hen en elkaar keerde.

    Zo zien we in de bijbel in Genesis 3:17-18 dat het milieu op Aarde vijandig werd gemaakt voor de mensen: “De grond is vervloekt vanwege u. Hij zal voor u doornen en distels voortbrengen, en gij zult de planten des velds eten.” Om nog maar te zwijgen van de plagen die voortdurend door de ‘goden’ werden ingevoerd, zoals opgetekend in de bijbel, waarbij virussen, insecten en andere gevaarlijke dieren op de mensen werden losgelaten.

    Dit kan één van de redenen zijn waarom mensen en dieren later gedwongen werden om planten en vlees te gaan eten, omdat voedsel op het land opzettelijk schaars werd gemaakt. Toen de natuur daarentegen in harmonie was, mochten de mensen volgens Genesis 1:29 alleen eten van “zaaddragende planten […] en elke boom waarvan de vruchten zaad bevatten.” Met andere woorden, eten wat de planten voortbrengen, en niet de planten zelf, wat pas begon na de ‘straf’ zoals we later zien in Genesis 3:17-18.

    Het veranderen van wat aanvankelijk een gastvrij leefmilieu zou zijn geweest, dat in harmonie met zichzelf bestond, en het zo vijandig maken als het nu is, zou genetische manipulatie vereisen van dieren en planten die vijandig zijn tegenover hun omgeving. We weten dat dit zeker tot de mogelijkheden behoorde van de zogenaamde ‘goden.’ ↩︎

Pingbacks

  1. The Universal Right to Life — Karel Donk (24/03/2021)

Comments

There are 2 responses. Follow any responses to this post through its comments RSS feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.